Hoe verloopt de revalidatie? (stappenplan)

1. Intake & nulmeting
   Anamnese, wondcontrole, zwelling/pijnscore, ROM, kracht, looppatroon en trapvaardigheid. Formuleren van persoonlijke doelen.

2. Fase 1 – Protect & mobilize (week 0–2)
   Zwelling/pijn reguleren, wondzorg-instructies, circulatie-oefeningen, strekking oefenen, lopen met hulpmiddel, basis traplooptechniek.

3. Fase 2 – Build capacity (week 3–6)
   Progressieve kracht (heup-/knie-extensoren, abductoren), mobiliteit, balans en coördinatie. Loophulpmiddel afbouwen zodra veilig.

4. Fase 3 – Function & return (week 7–12)
   Functionele taken (tillen, reiken, knielen waar passend), uithoudingsvermogen, tempo/duur wandelen en eventuele werk-/sportgerichte oefeningen.

5. Fase 4 – Onderhoud & preventie (vanaf 3 mnd)
   Zelfstandig programma, periodieke checks, belasting opbouwen richting doelen.

Specifieke aandachtspunten

Na heupprothese

• Volg de luxatie-preventieregels van je chirurg (bijv. tijdelijk bepaalde eindstanden vermijden; afhankelijk van voorste/achterste benadering).

• Let op staplengte, standfase en bekkenstabiliteit.

Na knieprothese

• Werk gericht aan volledige strekking (0°) en functionele buiging.

• Niet langdurig met kussen onder de knie liggen (strekking kan achterblijven).

• Knielen kan in het begin gevoelig zijn; geleidelijk en functioneel opbouwen indien toegestaan.